In de SO-HIP studie wordt gebruik gemaakt van coaching en sensormonitoring. De coaching is gebaseerd op principes van cognitief gedragsmatige therapie (CBT) zoals ook gebruikt binnen een programma voor ouderen met valangst (Zicht op evenwicht; www.zichtopevenwicht.nl) en motivational interviewen.

Bij sensormonitoring worden sensoren gebruikt om de beweging en het activiteitenpatroon van een oudere in kaart te brengen (voor een beschrijving van de sensoren zie SO-HIP tool). De sensoren meten alleen beweging en geen beeld en geluid. De gegevens van de sensoren kunnen zichtbaar gemaakt worden in een rapport via een beveiligde website zodat de ergotherapeut deze informatie kan gebruiken als hulpmiddel bij het coachen. De rapportage van de sensordata geeft inzicht over de dagelijkse activiteiten die de persoon onderneemt en vormt de start van het gesprek met de revalidant over de dagelijkse patronen in activiteiten en de activiteiten die belangrijk zijn voor de revalidant om te oefenen. Nieuwe activiteiten en plannen voor de komende periode worden aan de hand van de rapporten samen besproken en gepland. De dagelijkse en wekelijkse rapporten kunnen ook worden gebruikt bij de evaluatie van de voortgang van de revalidatie.

In de SO-HIP studie vindt de coaching eens per week plaats gedurende de verpleeghuisopname. Na ontslag vinden nog vier huisbezoeken plaats en vervolgens vier telefonische consulten. Tijdens al deze bijeenkomsten vindt de coaching plaats aan de hand van vijf stappen:

  1. educatie over het belang van bewegen en doen van fysieke activiteiten van het dagelijks leven;
  2. inzicht krijgen in de activiteiten die dagelijks uitgevoerd worden;
  3. realistische doelen stellen;
  4. activiteiten plannen, oppakken en oefenen en
  5. feedback.

De ergotherapeuten worden geschoold in de wijze van coachen en het gebruik van sensormonitoring (zie scholing).